Na een week van veel wind en uit de verkeerde hoek, komt er een hogedruk gebied aan met rustiger en stabieler weer. Tijd om weer verder te gaan en veilig Raz de Sein door te varen. Dit is een smalle doorgang iets ten zuidoosten van Brest. Er liggen daar veel ondieptes, rotsen en een inieminie eilandje Ile de Sein. De zee rond dit eiland staat bekend als gevaarlijk. In 1866 stond het eiland door een vloedgolf drie dagen onder water. De combinatie van veel stroming in dit gebied en de vele ondieptes kan de zee erg onrustig maken met overfalls. Overfalls worden veroorzaakt door getijdestromingen die over een ruwe zeebodem bewegen en over onderzeese rotsen struikelen. Dit kan een turbulent zeetje veroorzaken. We waren er al eens eerder doorgevaren en hadden toen met rustig weer flinke golven uit het niets. Daar was ik destijds behoorlijk van geschrokken. Gedegen voorbereiding is belangrijk. Het vereist goede timing om op de kentering daar doorheen te gaan. We waren al vroeg uit de veren, dat is een sterk punt van ons….., om met stroom mee naar die kaap te varen. Net voor de kentering waren we bij de Raz du Sein en precies op tijd voerden we door de vernauwing, met niet al te veel golven, naar Ile de Glenan.
Tropische oorden aan de zuidkant van Bretagne
Ile de Glenan is een prachtig eilandengroepje ten zuiden van Bretagne, waar het water helder blauw is en het zand parelwit. Even zwijmel ik weg naar tropische oorden, met aangename temperaturen en wuivende palmbomen. Bij deze eilandjes zijn diverse ankermogelijkheden vanuit alle windhoeken en er is altijd wel een plekje te vinden. Met rustig weer en in de weekenden kan het erg druk zijn. Nu valt het mee en gooien we het anker uit vlakbij de vuurtoren Penfret. Pam die een echte fritofiel is, associeerde de (naam van de) vuurtoren gelijk met een puntzak friet.
De volgende dagen zijn we hoppend in dagtochten via de eilanden Groix, Belle Ile en Ile d’Yeu richting Les Sable D’olonne gevaren. Alle eilanden hebben zo zijn charme, met prachtige baaitjes, mooie wandelingen en adembenemende uitzichten over de rotsen en zee.
“Onze” huisdolfijnen reizen dagelijks met ons mee. Alsof ze telkens op ons wachten als we uitvaren om ons een goede reis te wensen.
Oversteken van de beruchte golf van Biskaje
Het aankomen in Les Sable d’Olonne voelde als thuiskomen. Onze Aibo is hier ten water gegaan en we hebben hier eerder al een paar weken vertoefd. Na een aantal dagen Les Sable d’Olonne kwam zeilvriend Martin aan boord die graag een stukje wil meevaren.
Er kwam al snel een mooi weer-window om de golf van Biskaje over te steken. De golf van Biskaje is een dingetje in de zeilerswereld. Er gaan allerlei verhalen ten ronde …. De Golf is berucht, geroemd en gevreesd tegelijk. Eerlijk toegegeven, best spannend dus. Ze verwachten een NW westelijke wind die ruimt naar NNO tussen de 15 en 20 knopen met golven en swel rond de 1,5 meter. Een bakstag en voor de windse koers. Goede omstandigheden om de golf over te steken. Ons plan is om richting Gijon te varen. Een afstand van ongeveer 260 mijl, dat 2 dagen en 2 nachten varen is. De volgende ochtend is de voorspelling nog hetzelfde en brak het moment aan om te vertrekken. We gooien de trossen los en varen door het kanaal naar buiten de zee op.
Spanje here we come!!
De zon schijnt volop en al gauw komt de beloofde NW wind en hijsen we de zeilen. We zetten koers richting Gijon en onze Aibo heeft er zin in. Met een 7 knopen snelheid maken we een mooie voortgang. De golven komen schuin van achteren en zijn goed te doen. Ik vind veel wind minder spannend dan de golven, die kunnen het behoorlijk onaangenaam maken en ligt zeezieke op de loer. Inmiddels heb ik zeebenen gekregen en kan ik wat meer hebben. Onze opstapper was daarentegen nog niet warm gedraaid en met enige regelmaat werden de vissen gevoerd. De nachten zijn prachtig met de supermaan. Ook de dolfijnen reizen weer met ons mee. In de vroege ochtend net voor aankomst in Gijon neemt de wind af. De laatste 5 mijl zetten we de motoren aan en tuffen Gijon binnen. Bij binnenkomst heerst een serene rust. Het is zondagochtend, de stad slaapt nog en je kon een spelt horen vallen. Met enige trots en blijdschap meren we af in de haven en proosten op onze aankomst.